Wet kinderopvang
De Wet Kinderopvang regelt de kwaliteit en de financiering van de
kinderopvang. Uitgangspunt is dat kinderopvang een zaak is van ouders en
overheid. Ouders die werken en voor hun kinderen zorgen, kunnen een
tegemoetkoming van het rijk krijgen. De Wet Kinderopvang regelt de financiering
van de opvangkosten. In de nieuwe wet sluiten de ouders zelf een overeenkomst
met een kinderdagverblijforganisatie of gastouderbureau. De rijksoverheid deelt
in de kosten voor de kinderopvang. De belastingdienst voert de regeling uit en
stort de bijdrage in maandelijkse termijnen op de rekening van de ouders.
Met de Wet Kinderopvang regelt de overheid ook de kwaliteit van de
kinderopvang. In de Wet zijn basiskwaliteitseisen geformuleerd waaraan de
kinderopvang moet voldoen.
De Wet verplicht het kindercentrum of gastouderbureau te zorgen voor de
veiligheid en gezondheid van de kinderen.
Ook zijn zij verplicht de ouders te informeren over het gevoerde beleid. En dienen zij eens per jaar een risico-inventarisatie uit te voeren en mogen
alleen met personeel werken die in het bezit zijn van een (positieve)
verklaring omtrent gedrag.
Elk kindercentrum of gastouderbureau is verplicht een oudercommissie
in te stellen.
De gemeente is verantwoordelijk voor toezicht op de kwaliteit, de GGD voert
daarom regelmatig inspecties uit.
Kindercentra en gastouderbureaus die aan alle eisen voldoen, worden in het
kinderopvangregister van de gemeente opgenomen.
Ouders hebben alleen recht op een tegemoetkoming van de overheid als het
kindercentrum of gastouderbureau waarvan zij gebruik maken bij de gemeente is
geregistreerd.
Meer informatie over de Wet kinderopvang is te vinden op de volgende
websites: